De illusie van de werkelijkheid

Alles wat je als vorm waarneemt is een illusie van de werkelijkheid. Alles wat wij zien als vorm is symbolisch te beschouwen. Alles wat een andere verschijning aanneemt dan God in werkelijkheid in essentie is, is een valse waarneming. De enige echte werkelijkheid is God in al zijn zuiverheid. In essentie heeft God geen beeltenis, in essentie heeft God geen vorm. God is noch mannelijk, noch vrouwelijk, God is. Alles wat niet in essentie God is moet per definitie symbool zijn voor iets anders. Al het andere is een truc van jouw denkgeest. Waarneming vanuit het ego gecreëerd is het leven vanuit een droom. Jouw leven, de wereld, het universum , al wat kan worden waargenomen zijn projecties vanuit je denkgeest. Je denkgeest heeft het nodig om vorm te kunnen waarnemen. Je ware zelf weet wat het in essentie is. Je ware zelf zal geen illusies maken. Het opheffen van de illusies, is correctie van de denkgeest door de Heilige geest, oftewel je ware zelf.


Alles wat maar een idee geeft van en afgescheidenheid van de bron is te beschouwen als een valse waarneming. Zelfs het hebben van een ware zelf is nog een gedeeltelijke illusie. Het hebben van een ware zelf impliceert nog altijd een idee van afscheiding. Hoewel dit de dichtste vorm waarin je God kunt naderen, impliceert het er nog altijd dat er iets is dat los staat van God. Daarom wordt dit beschouwd als nog een gedeeltelijke illusie. In feite is er niets anders dan God. Opgaand in God is er geen beleving meer van een ik of jij. Je ware zelf is daarom de dichtste benadering van God. Wanneer je opgaat in God kun je niet meer ervaren, er is slechts een. Om te kunnen ervaren heb je een denkgeest nodig. Op het moment dat je opgaat in God, is er geen ego meer, dus ook geen denkgeest en ervaring niet meer mogelijk. Het is de projectie van de denkgeest wat onze waarneming beïnvloed.


Alle ervaringen die wij als mens hebben zijn illusies van de denkgeest. Zolang wij kunnen denken, kunnen wij ervaren. Wanneer wij niet meer kunnen denken houd de ervaring op. Het lijden zit hem in het gehechtheid aan onze ervaringen. Wanneer wij ons lijden willen beëindigen moeten wij loskomen van onze ervaringen. Loskomen van de ervaringen vraagt correctie van de denkgeest. Er is slechts eenheid, al het andere is een valse waarneming. Op het niveau van non-dualisme is er alleen maar sprake van eenheid, God als totaliteit. Er is geen sprake meer van een object of subject, geen enkele vorm van dualiteit.


De werkelijkheid is gelegen op non-dualistisch niveau. Op dit niveau is er alleen maar ‘ weten’ en ‘ zijn’. Er is geen sprake meer van afscheiding of het hebben van een individuele ziel. Er is niets meer om je mee te kunnen vergelijken. Het trekken van een vergelijking speelt zich af binnen onze denkgeest. Vergelijkingen hebben te maken met dualiteit. Het Godsbewustzijn ervaart geen dualiteit en trekt geen vergelijkingen. De enige zuivere werkelijkheid is de werkelijkheid van God.


© Esther Irene Haasnoot