Er is geen dood. De dood is iets wat wij verzonnen hebben. God heeft geen dood geschapen. God is een God van leven. Dat wat wij zien als dood is in feite een verandering van vorm. Verleen niet je identiteit aan je fysieke lichaam, maar aan je Goddelijk lichaam. De dood is een overgangsvorm van het aardse bestaan naar het geestelijke manier van leven. Het is een overgangsvorm van een fysieke vorm naar een energetische vorm. Zowel hier op aarde als na dit aardse leven creëer je je eigen werkelijkheid. Het geestelijke leven kent geen fysieke beperkingen. Ook hier gelden gedachten zijn krachten. In vergelijking tot het aardse leven zullen in het geestelijke leven de manifestaties van je gedachten eerder vorm aan nemen en tot uiting komen.
Vanuit je gedachten creëer je je werkelijkheid. In het geestelijk leven zal dat zich uiten in een wereld die je kan beschouwen als iets hemels of een hel. Zowel hemel en hel worden gecreëerd door middel van ons bewustzijn. Hoe je de dingen creëert en interpreteert is bepalend voor hoe jij de dingen zult ervaren, precies zoals jij het je voorstelt. In het hiernamaals vind geen oordeel plaats, tenzij jij dit verwacht. Wat wij dienen te beseffen is dat wij allemaal mede scheppers zijn, zowel hier op aarde als in het geestenrijk. Hoe jij tegen het idee van een hiernamaals aankijkt is bepalend met betrekking tot hoe jij dit zult ervaren. Jouw visie op de dingen schept jouw realiteit.
Wanneer je de overstap maakt van het aardse naar het geestelijke neem je je eigen persoonlijkheid, je herinneringen en je ervaringen mee. De dood kan dan ook nooit een vlucht zijn, je komt jezelf tegen. Indien je je gedachten niet omzet neem je ook je creaties mee, met dezelfde manier van leven, met dezelfde confrontaties en leerlessen. Waar je ook bent of naar toe gaat, je kunt nooit ontsnappen aan jezelf. Je neemt je zelf altijd mee. Wat wij zien als een geboorte op aarde is een splitsing in dimensie van je Goddelijke zelf in wat wij lichaam, geest en ziel noemen. Je Goddelijke zelf is het totaal, is je overkoepelende zelf van lichaam, geest en ziel. Op het moment dat wij het aardse gaan verlaten blijft het fysieke lichaam achter. Toch zijn wij ook in de geestelijke wereld nog steeds een driedelig wezen van lichaam, geest en ziel. Hoewel het lichaam van vorm, substantie verandert na onze overgang behoud het de uiterlijke vorm. Er is niets wat niet bewaard blijft.
Je bent een spiritueel wezen in een fysiek lichaam die een menselijke ervaring heeft. Het fysieke lichaam is niet wie je bent. Het fysieke lichaam stelt je ziel in staat om te kunnen ervaren. De prioriteit van ons bestaan moet niet liggen bij het overleven of in stand houden van het fysieke lichaam maar bij de ontwikkeling van onze ziel. Uiterlijke en wereldse zaken zijn niet zo belangrijk, die gaan voorbij. Waar het om draait is de verwerkelijking van het zelf of beter gezegd het realiseren van je diepste zijn.
© Esther Irene Haasnoot
Geen opmerkingen:
Een reactie posten